Toegeeflijke opvoeding of geen opvoeding.

Al jarenlang geef ik zwemles, dus ik beschik over vrij veel ervaring wat betreft de omgang met kinderen, al zeg ik het zelf. Nu maak je in die jaren natuurlijk ook heel erg veel mee. Kinderen om wie je kunt lachen, waar je mee kunt lezen en schrijven, waar je streng tegen moet zijn, met wie je rekening moet houden met allerlei kenmerken en kinderen waar je ook wel eens medelijden mee hebt. Ieder kind heeft dus vaak ook een andere benadering nodig, of we dat nu leuk vinden of niet.

Ik roep ook altijd als één van de eersten: een kind kan er niets aan doen hoe hij of zij opgevoed is, daar moeten wij doorheen prikken. Over het algemeen heb je ongeveer 4 opvoedingsstijlen: autoritair, toegeeflijk, democratische en verwaarlozend. Voor degenen die nu met de oren aan het klapperen zijn een korte uitleg van de stijlen.
Autoritair: de ouder is de baas en het kind moet gehoorzamen. Doet hij of zij dit niet, dan volgt er straf.
Toegeeflijk: de ouder geeft het kind (bijna) altijd de zin, het kind is dus de baas. De ouder gaat mee met de wensen en behoeften van hun kind. Ze nemen het kind dus heel serieus, maar zichzelf niet.
Democratisch: ouders die regels stellen en tegelijkertijd oog hebben voor de wensen en behoeften van hun kind. Zij geven leiding met liefde, houden rekening met de ontwikkeling van hun kind en overleggen.
Verwaarlozend: de ouder stelt weinig regels, maar biedt ook weinig geborgenheid, steun, veiligheid en betrokkenheid. Het kind wordt aan zijn of haar lot overgelaten.

In de zwemles hebben wij natuurlijk allemaal ook onze eigen stijl van lesgeven, maar ik kan u verzekeren dat wij allemaal richting het democratische neigen met een vleugje autoritaire opvoeding. Ja, ik noem het even opvoeding, omdat wij op dat moment ook deel uitmaken van de opvoeding van een kind. Het stukje autoritair hebben we dan ook nodig om de veiligheid in en rond het zwembad te waarborgen.

Nu kom ik even terug op de titel van het stukje, want sjonge jonge, je maakt het soms echt mee hoor. Kinderen die totaal niet luisteren, gewoon lekker doen waar ze zelf zin in hebben, het liefst ook nog altijd een weerwoord hebben en in het water springen waar ze dat niet behoren te doen zonder een drijfmiddel om. Als je ze dan achterna springt om ze uit het water te plukken omdat ze niet kunnen zwemmen, kijken ze je ook nog verbaasd aan en zouden het liefst willen zeggen: waarom spring je achter mij aan? Nadat je vraagt waarom ze dit doen, krijg je daar ook geen normaal antwoord op. Ik vraag me dan werkelijk af: is dit nu een toegeeflijke opvoeding of gewoon geen opvoeding? Bij een zwembad kan dit levensbedreigend zijn….