Dansen met kinderen

Al snikkend liep ze met me mee, laat ik haar even Marit noemen. Het ging al een paar weken niet zo heel lekker met haar. Vaak huilend naar de zwemvloer of zelfs tegenstribbelend. Ook dit keer nam ik haar mee, terwijl ze niet bij mij in de groep zwemt. Ze vertelde dat haar moeder heel de dag op de telefoon zit. Ze vond dat vervelend. Dan maak ik eruit op dat ze even wat aandacht tekort komt. Ik vroeg daarom of ze het leuk zou vinden om bij mij in de les mee te doen, dan zou ik haar vandaag wat extra aandacht geven. Het gezicht klaarde op en ze liep zonder te snikken verder met mij mee.

We geven de kinderen vaak maar 45 minuten in de week les. Tijdens dit uurtje (met het ophalen en wegbrengen meegerekend) kom je toch vaak zeer verschillende situaties tegen. Zoals je merkt zijn de kinderen van deze leeftijd ook vaak nog heel open (niet alle kinderen overigens). Zeker bij Marit is het fijn dat ze vertelt wat er dwars zit. In dit geval is het een thuissituatie, maar het kan ook zomaar over een voorval in de zwemles gaan natuurlijk. Het is voor ons dus belangrijk om constant de voelsprieten uit te hebben staan.

In mijn andere les van deze dag zitten een paar druktemakers, niets mis mee natuurlijk. Ze slokken wat extra energie van je op, maar energie heb ik gelukkig genoeg. Toen ik er eentje aan het helpen en begeleiden was, zei hij “ik ben een beetje moe vandaag”. Dan komt het moment dat ik me afvraag of dit een smoesje is om onder de oefening uit te komen of dat hij echt vandaag een off day heeft. Ik liet hem voor de zekerheid maar even met rust en zijn eigen gang gaan. Bij de volgende oefening kreeg ik hetzelfde te horen. Gelukkig, dacht ik, ik heb de goede beslissing gemaakt. Normaal zegt hij dit namelijk nooit en doet hij vol enthousiasme alle oefeningen mee. Na de les heb ik deze info doorgegeven aan de moeder. Dat vind ik wel belangrijk bij een beetje afwijkend gedrag.

Ondanks dat we de kinderen dus maar een klein moment in de week hebben blijft het belangrijk om goed om je heen te blijven kijken en aan te voelen wat wel en niet gaat in de les. Ik noemde dit een paar weken geleden op een instructeursbijeenkomst “dansen met de kinderen”. Net zoals een dans op en neer kan gaan van snel naar langzaam, van hoog naar laag, zo kan het ook met de kinderen gaan. De ene keer kun je er mee lezen en schrijven, maar op een ander moment hebben ze even wat andere aandacht nodig. Ik denk dat dit overigens niet alleen voor ons geldt, maar zoals in de eerste alinea te lezen is, kan dit ook geen kwaad voor de ouders van de kinderen. Dans dus met je kinderen!