10 sep Veiligheid en vertrouwen
Afgelopen week las ik een stukje van iemand op LinkedIn die in het basisonderwijs zit. De scholen zijn nu overal weer begonnen, dus ook de leerkrachten staan weer een jaar lang voor dezelfde klas. De een begint heel enthousiast en blij, terwijl de ander het eerst even rustig aan doet om te voelen en proeven hoe de kinderen in de klas zijn. Dit geeft maar weer eens aan dat een leraar vooral ook een persoon is, los van de professional. Ze nemen zichzelf dus ook mee in het klaslokaal. Hij eindigt zijn stuk met dat het vooral belangrijk is dat we moeten oppassen met (te) hoge verwachtingen en dat deze pas ontvangen kunnen worden wanneer kinderen zich voldoende veilig weten.
Nu zijn wij geen basisschool onderwijzers, maar we hebben over het algemeen met dezelfde kinderen te maken. En ook bij ons zijn er natuurlijk verschillen tussen de zwemonderwijzers, want ook wij nemen onze persoonlijkheid mee het water in. Dat wil niet zeggen dat het een beter is dan het ander. Wat me bij dit verhaal vooral opviel was het punt van de hoge verwachtingen en de veiligheid, iets wat bij ons ook heel belangrijk is natuurlijk.
Op het moment dat wij met een nieuwe lesgroep beginnen zorgen wij er eerst voor dat het veilig is voor alle kinderen in de groep. Heel belangrijk: de kinderen moeten ons gaan vertrouwen! Vooral de wat bangere kinderen. Hierbij is het super belangrijk dat we niet het een zeggen en het ander doen. Bijvoorbeeld: ik hou je hand vast als je in het water springt en het dan ineens loslaten. Ook al weten wij vaak dat een kind het kan, laat het eerst zelf maar eens zien, voordat wij ineens een handje wegtrekken. Je zult dus eerst dat veiligheidsgevoel en vertrouwen van een kind moeten winnen. Daarna kun je pas gaan bouwen aan het leren, geven en nemen.
De hoge verwachtingen komen bij ons meestal van de buitenwereld en niet van onszelf. Wij proberen zoveel mogelijk naar de mogelijkheden van de kinderen te kijken en daar op in te spelen. Uiteraard dagen we ze uit, maar dat doen we op het niveau van het kind en niet omdat wij willen dat een kind bijvoorbeeld naar de bodem zwemt, terwijl het nog maar net 1 seconde zijn hoofd onder water durft te doen. De verwachtingen van vooral de ouders dat hun kind zo snel mogelijk het zwemdiploma moet halen, geeft de druk. Uiteraard begrijpen wij dit heel erg goed, want je wilt als ouder niet dat je kind ergens verdrinkt. Om die reden beginnen we ook al heel snel met het zelfredzaam maken van de kinderen. Wanneer ze dan toevallig in het water vallen, hebben ze hopelijk het bewustzijn dat ze op de rug moeten gaan liggen en al spetterend naar de kant kunnen zwemmen (om maar een voorbeeld te noemen).
Laten we met z’n allen dus wat relaxter met die hoge verwachtingen omgaan. Het is vooral belangrijk dat het kind zich ontwikkelt op zijn eigen niveau, dat het plezier heeft in het water. Dit geeft ons ook een fijn gevoel en zorgt ervoor dat ook wij meer ontspannen in het water staan met een grote glimlach op ons gezicht. Neem van mij aan dat wij niets mooier vinden dan te aanschouwen hoe een bang kind ineens vol vertrouwen zelf van de kant in het water springt, dat geeft ons een supertrots gevoel. Let wel, we zijn dan vooral trots op het kind dat zijn grenzen heeft opgezocht en eroverheen is gegaan. Het triomfantelijke gezicht van dat kind wat zelf boven komt, spreekt voor ons boekdelen.